Edo van Bree
Het begon zo rond mijn 15e of 16e. Niet met pils, maar direct met speciaalbier, zoals dat toen nog genoemd werd. Gulpen Dort, Duvel, Chimay Blauw, Westmalle Tripel. De slijterij bij mijn ouderlijk huis in Delft had een klein assortiment Belgische bieren in huis en de Locus Publicus opende zijn deuren. Als je heel veel mazzel had was er Hoegaarden van het vat.
Als student nam ik de trein naar Brussel en leerde daar de lambic kennen. Cantillon en Boon, maar ook illustere en reeds lang verdwenen merken als Heyvaert, Van Malder, Vanderlinden in Halle en Eylenbosch en De Troch Tuur uit Schepdaal. Om maar wat te noemen. Ik heb er nogal wat flessen van mee naar huis gesleept.
Ik ging bieretiketten verzamelen, ben zelfs vijf jaar lang bestuurslid van BAV geweest, en ging uiteindelijk in Twente wonen en werken. De belangstelling voor bier is altijd gebleven maar werd in 2002 opnieuw aangewakkerd toen John Brus, toen een enthousiast bierproever, nu mede-eigenaar van De Molen mij wees op het bestaan van Ratebeer.
Ik ben nu 14.000 geproefde en beschreven bieren verder en ik ben admin geworden. Dat betekent dat ik mijn steentje bijdraag aan het compleet en correct houden van de database van Ratebeer. Geen sinecure als je weet dat er inmiddels meer dan 500 brouwerijen zijn, die bijna allemaal met de regelmaat van de klok nieuwe bieren uitbrengen. Ik probeer ieder jaar het Frankenland te bezoeken. Meer dan 200 brouwerijen met mooie, traditionele, vooral ondergistende bieren in een straal van 30 kilometer rondom Bamberg.
De biermarkt is booming en ik ben er een onderdeeltje van. Het is mooi om te zien wat brouwers doen met traditionele biersoorten als Gose, Kellerbier en spontaan gistende bieren. Onvoorstelbaar wat er in het laatste decennium is gebeurd met zaken als houtrijping en indiapaleales. Ook onvoorstelbaar dat Cantillon en Drie Fonteinen, die 15 jaar geleden nog maar nauwelijks werden verkocht, nu onmiddellijk uit de schappen worden getrokken. En onvoorstelbaar dat er nu zoveel brouwerijen zijn in Nederland als pakweg in 1910, hoewel je soms wel vraagtekens moet zetten bij de vakmanschap en het streven naar constante kwaliteit van sommige brouwers.
Wat de komende jaren gaan brengen moeten we maar zien. Eén ding is zeker, ik blijf zoeken naar de mooiste bieren.
Bierkeuze Edo van Bree
Othmar Rauchbier
Mijn keuze voor deze lijst ligt niet echt voor de hand, of toch wel? In Nederland, en ook in Twente kunnen wij de laatste jaren grote hoeveelheden NEIPA’s, DIPA’s, houtgerijpte Imperial Stouts en spontaan gegiste zure bieren proeven. Vaak van uitstekende kwaliteit, ik hoef alleen maar Rigtersbier en Berghoeve te noemen, maar er zijn ook nog andere brouwerijen in Twente die goed presteren.
Maar mijn hart gaat de laatste tijd meer en meer uit naar de ondergistende bieren in de buurt van Bamberg en de Zoigl van Windischeschenbach en Falkenberg. Ik probeer er ieder jaar een paar dagen heen te gaan. Een bezoekje aan een Biergarten, met een Brotzeit en een Rauchbier of een Zwickel van een lokaal brouwerijtje is een unieke ervaring.
En laat er nu vlak bij mijn huis een brouwerij zijn die zijn inspiratie opdoet in Duitsland, en meer in het bijzonder in de buurt van Bamberg. Ik heb het over het Rauchbier van Othmar in Ootmarsum. Een bier dat ik graag drink, en dus ook graag op de lijst zet.
Het is geen bier voor beginners, je moet er even doorheen komen, maar zeker bij het tweede flesje proef je hoe goed dit bier is, en hoe dicht het de kwaliteit van de traditionele Rauchbieren in Bamberg benadert.
Ik geniet ervan en denk al aan mijn volgende bezoek aan Bamberg.